Onderweg naar Adelaide. Ik heb net voor de eerste keer een kangeroe gezien, jammer genoeg lag hij dood langs de weg. Sorry zusje.... Morgen speelt CJ live op een festival dus we zijn deze ochtend vertrokken. Om de een of andere bizarre reden worden we hier elke dag om zes uur wakker – iets wat me in BelgiĆ« met de beste wil van de wereld nog nooit is overkomen. Onze dagen beginnen hier vroeg.
Het landschap is uitgestrekt en verdord. Nergens niets te zien in de wijde omtrek. Op de occasionele MacDonalds na lijkt het hier uitgestorven. Pas na 200 kilometer komen we het eerste Hilbillydorpje tegen. Tankstations worden uitgebaat door tienjarigen en tumbleweed is het meest opwindende wat je hier in de straten ziet passeren. Drie huizen en een gift shop en we bevinden ons weer in de woestijn.
De Aussies zijn wel grappig met hun overdreven waarschuwingen. Zo staat er in de achteruitkijkspiegel “Objects in mirror are closer than they appear” of langs de kant van de weg “Yawning? Take powernap!” of “Don’t sleep and drive.”. Om de paar uur pinkt een koffiekop in je dashboard om aan te geven dat het tijd is om te stoppen. Niemand rijdt hier ooit te snel. Verder voel ik me hier wel thuis, want niemand kan hier rijden. Misschien door de onhandige lefthanddrive.
Ik moet nog een artikel en een dossier voor unief afmaken en heb er echt geen zin in. Heerlijk om ‘s ochtends wakker te worden zonder verplichtingen. Zonder deadlines of stress of onverwachte telefoontjes. Alleen al daarvoor zou je naar de andere kant van de wereld gaan.