Friday, December 29, 2006

Relaxen in Melbourne


We hebben een weekje gerelaxed in Melbourne bij Ritchie (CJ's promotor) om ons voor te bereiden op Nieuwjaar. We kunnen eindelijk terug op het internet en maken er allemaal gretig gebruik van. Ik lees eindelijk m'n mails, maak mijn werk eindelijk af - behoorlijke opluchting- en gooi deze blog online. Een gsm mis ik absoluut niet, ik weet zelden welke dag het is (laat staan het uur) maar van een internetgebrek moest ik toch even afkicken.

Verder is vooral luieren aan de orde: beetje wandelen, krab gaan eten in lekker seafood restaurant, Little Italy bezoeken (Richmond), barbecuen, filmpjes zien uit de oneindige inhouse collectie , zonnen op St-Kilda Beach, naar de Jam Factory bioscoop, naar de kapper gaan, gaan shoppen voor een NYE outfit - alles is hier zo goedkoop dat je zelden iets kan laten liggen. MAG laten liggen, eigenlijk.

We logeren in een loft waar nog 4 andere mensen wonen/logeren, zodat we in totaal met z'n zevenen in een ruimte verblijven. Soms nogal krap, gelukkig woont hier ook een ultiem lief hondje om de gemoederen te verzachten (zie foto).

Friday, December 22, 2006

Backpacking!


Honderd kilometer verder komen we aan in Surfers Paradise aan de Gold Coast. In de zon komen is met onze rode ledematen helaas geen optie. We kopen tickets voor Infinity – een supermaf pretparkje met allerlei futuristische kamers in verschillende sferen. Om te bezuinigen overtuigen Rammy en ik CJ om in te checken in een backpackerhotel. Dat zullen we geweten hebben. De temperatuur is drukkend en niemand kan ‘s nachts slapen. De straten zijn gevuld met dronken idioten en om vier uur breekt er een verschrikkelijke tropische regenstorm los. De dronken idioten spoelen weg en wij kunnen eindelijk slapen.

Appelsienen in Sydney


We rijden door naar Sydney. Morgen moet de auto terug binnen zijn dus hebben we maar een halve dag om de stad te bezoeken. We willen over de brug (de bovenkant van de brug!) wandelen, maar het begint te regenen. In plaats daarvan nemen we de boot naar het aquarium. Omdat Sydney omringd is door water, is een boot hier hetzelfde als een tram. We varen onder de brug door en langs het bekende Opera House. Volgens CJ is de vorm gebaseerd op appelsienenschillen maar ik zie het in elk geval niet. Het is bewolkt, maar we zijn blij met een dagje zonder zon. Vanaf morgen logeren we een maand bij Richie in Melbourne. CJ’s boeking in Perth volgende week gaat niet door omdat het festival gecanceld is. We kunnen onze tickets niet recupereren maar mogen wel een andere bestemming kiezen. Ramses wil naar tropische stranden in Cairns, maar wij kiezen voor Ayers Rock.

Wednesday, December 20, 2006

Byron Bay


In de voormiddag wandelen CJ en ik naar de vuurtoren – het meeste oostelijke punt van Australië – van waaruit we een fantastisch uitzicht hebben over de baai. Misschien wel het mooiste wat ik ooit gezien heb. We houden twee dagen stijve spieren over aan de steile beklimming, maar die zijn het waard.

In de namiddag: eindelijk strand! We hebben een poging bodyboarden ondernomen maar zonder veel succes. We hebben misschien maar twee uurtjes op het strand gezeten, maar zijn allemaal verbrand. Dankzij slecht gesmeerde sunblock vertoont mijn rug bizarre patronen (ziet er echt niet uit). Zon is hier echt gevaarlijk. Morgen trekken we verder naar Surfers Paradise. Zo noemt het stadje écht – toch weer iets anders dan Reetverdegem of Hoboken.

Tuesday, December 19, 2006

Peace, love and sea



Wanneer we Syndey verlaten (we komen binnen enkele dagen terug) zien we in daglicht pas hoe prachtig de stad is. Vooral het Opera House springt in het oog. We rijden over de Harbour Bridge naar het Noorden. (Triva family fact: CJ’s nonkel heeft deze brug in het verleden mee ontworpen).

Tot nu reden we enkel door verdorde en vergeelde stukken land. Maar net buiten Syndey ziet alles groen en staan tropische bomen in dichte begroeing tegen de heuvelflanken. In het dal liggen kleine en grotere meertjes verspreid als blauwe vlekken. Op de kaart zien we dat dit landschap zich uitstrekt over honderden vierkante kilometers. Dat is dus het andere gezicht van Australië.

Na een lange rit (ondertussen zijn we 1700 km verder) komen we aan in Byron Bay. Het is een doordeweekse avond, maar overal klinkt er muziek in de straten. Iedereen loopt op blote voeten en je komt niemand tegen die ouder dan 35 is. Byron Bay is een soort van hippie-vrijstaatje in de middle of nowhere. Denk surfers met dreadlocks en wierook op het strand. We checken in in een motelletje aan Byron Beach en drinken pintjes op ons terras – terwijl we denken aan jullie die op dit ogenblik uitgeregend in de file staan. ;-)

Sunday, December 17, 2006

Turista part 2

Gisterochtend vroeg vertrokken richting Sydney. We rijden opnieuw door een desolaat landschap. In kilometers komen we geen dorp tegen. Plots merken we dat de teller aangeeft dat we dringend moeten tanken: binnen vijftig kilometer zitten we zonder bezine. Probleem is dat we in tweehonderd kilometer we geen levende ziel meer hebben gezien. Op twintig kilometer draaien we af in een uitgestorven dorpje. We vinden een tankstation met in grote letter op de deur ‘Sorry, we’re closed’. Er staan enkele houten huisjes, maar er is niemand in de wijde omtrek te bespeuren. Ik bedenk wat de Adelaider mij heeft gezegd over pech onderweg. Op hoop van zege en omdat er niets anders opzit rijden we verder de highway op. Met de teller op 1 km komen we een tankstation tegen. En een Macdonalds (natuurlijk). We’re saved, halleluja.

Australië heeft vreemde regels. Om de honderd meter staat er een bord ‘Speed kills’, ‘Watch your speed’ of ‘How fast are you going now?’. Maar wegaanduidingen vergeten ze te plaatsen zodat we gemakkelijk honderd kilometer verkeerd zijn gereden. Als het een klein beetje regent plakken de auto’s hier tegen elkaar omdat niemand van aquaplanning heeft gehoord. Roken is verboden op restaurant en in sommige staten ook op café maar in het kleinste boerencafé staat een minicasino.

De sfeer in Hilbilly dorpjes is echt bevreemdend. Wanneer we stoppen om te eten, worden we bekeken omdat niemand ons kent. Het eten ‘on the road’ is onbeschrijfelijk vettig en we zijn aangewezen op hamburgertenten.

‘s Avonds rijden we Syndey binnen in het donker. De stad is prachtig verlicht. We zoeken een goedkoop hotelletje maar belanden in een prachtig spa resort aan de kustlijn (Bondi Beach).
Het zicht vanop het terras is super, we kijken uit over de baai. Toch blijven we hier niet lang. Morgenochtend rijden we door naar Byron Bay. Op zoek naar échte witte stranden.

Saturday, December 16, 2006

Turista



Gisteren hebben we onbeschaamd de toerist uitgehangen. ‘s Morgens zijn we naar het Museum for the Moving Image geweest op Federation Square – supermooi plein met moderne architectuur. In de namiddag zijn we op de top van de (tweede) hoogte toren in Melbourne geweest en nadien gaan wandelen in de Royal Botanics Garden– een prachtige bloementuin in het stadpark ter ere van de Queen Mother. Daarbij vergeleken is ons Stadspark een nietsbeduidend grasperkje.

CJ’s spullen zijn teruggevonden en worden opgestuurd. Gelukkig. We denken erover om het hotel te verlaten en voor enkele dagen een auto te huren. Heb wel zin om op zoek te gaan naar palmbomen en witte stranden.

Wednesday, December 13, 2006

Casino


Ramses is inmiddels toegekomen en drie keer raden waar zijn eerste trip in Australië heenging? Juist, het casino. Het complex is immens groot (vijf verdiepen uitgestrekt over een halve vierkante kilometer) maar jammer genoeg mochten we geen foto’s trekken. Tienduizenden bakjes die schreeuwen om geld, reuzegrote schermen met paardenraces, hondenrennen, rugby of cricket, honderden tafel om blackjack, roulette en poker te spelen. Ik ben de enige die met winst naar huis is gegaan – 150 euro. Over de rest zal ik maar zwijgen.

Het gras is altijd groener...

We zitten nog steeds in Melbourne en –raar maar waar- ik heb nog geen strand gezien. Eergisteren kon je nauwelijks de wolkenkrabbers aan de overkant van de straat zien door de dikke smog. Bosbranden in het Noorden vernielen honderden hectares land. De rook hangt in dikke wolken boven de stad. Ondertussen is de wind gedraaid en is het opgeklaard. Tot ieders grote verbazing regende het gisteren zelfs in Melbourne. Dat gebeurt hier zelden; op enkele jaren tijd zijn alle grasperken verdord. Voor het eerst merk ik op dat België met zijn groene kleuren best wel mooi is. Hier ziet alles bruin of oranje en sieren enkel kale knotsen het landschap. Alle creeks zijn opgedroogd, enkel een naambordje herinnert aan het vroegere water. Die sloten regen dienen dus toch ergens voor. Over Melbourne zeggen ze dat het vier seizoenen in één dag telt. Het waait hier stevig, maar tegelijk schijnt de zon hier de hele dag. Ideaal en best draaglijk.

Tuesday, December 12, 2006

Survival of the fittest

Mensen gaan in Australië op een heel andere manier met de natuur om. Langs de kant van de weg staan borden met ‘Report Litterers’ en een telefoonnummer. Een sigaret uit de auto gooien kan hier ernstige gevolgen hebben. Als de wind in de verkeerde richting staat, ruik je zelfs in de stad hoe het bos honderden kilometers verderop in brand staat.
De mens laat zijn sporen na, maar tegelijk slaat de natuur hier hard terug. Als je gaat kamperen, bel je best vooraf de politie. Je spreekt af wanneer je op bestemming aankomt en belt hen op om te laten weten dat je bent aangekomen. Zoniet starten ze een zoekactie.
In Adelaide vertelde iemand me doodleuk dat als onze auto in panne zou staan, dat we dan best gewoon blijven wachten. “Then you have the best chance of survival. Most tourists start walking and die because of the heat”. Touring Wegenhulp rijdt niet tot Whoop Whoop.

Monday, December 11, 2006

Whoop Whoop

Momenteel zijn we opnieuw onderweg naar Melbourne, blij dat we Adelaide achter ons kunnen laten. We bevinden ons opnieuw in de middle of whoop whoop – zoals ze het verdorde niemandsland noemen. Je kan op een willekeurig moment 360 graden in het rond kijken en NIETS of NIEMAND zien. De onmetelijke leegte is prachtig. We hebben een countrycd in de huurauto gevonden – life has it’s funny ways - en het vraagt weinig verbeelding om je in te beelden dat we op Route 66 rijden. De weinige trucks zien er Amerikaans uit, tandloze oude mannetjes zitten mijmerend in een porch en het lijkt alsof er in honderd jaar niets gebeurt. We rijden door Nhill dat zichzelf Victoria’s Tidiest Town noemt. Niet moeilijk als je huishouden maar honderd man telt.

Sunday, December 10, 2006

Living on the wild side


Eindelijk de eerste levende kangeroe! We krijgen er in het Wildlife Park meteen een bijzonder verlegen Tasmanian Devil, een kruising tussen een rat en een konijn en een verhitte koala bovenop. Omdat het te warm is, mogen we niet op de foto met de koala. Een gemiste kans. In een veel te klein bakje verslindt een slang een rat maar ik heb er geen foto van getrokken. Er zijn grenzen aan wat in de naam van toerisme gepermiteerd is. (ps: ik ben het op de achtergrond)

Friday, December 8, 2006

Adelaide


Sinds Adelaide weet ik waar in Australië ik alvast niet wil wonen. Het is er zo griezelig dof en bloedbloedbloedheet. Er hangt een ongezellige, dode sfeer in deze stad en alles kleurt er grauw. De temperatuur klokt af op een vlotte 46 graden in de schaduw. Zelfs de Aussies zijn er niet goed van. Ik kan niet beschrijven hoe ellendig dat aanvoelt. Al die onzin over hoe hitte in België ondraaglijker is door de vochtigheid: forget it. Australische hitte is verschrikkelijk.

Omdat CJ vandaag een djset speelt én een liveoptreden doet, moeten we wel buiten komen. Na twee pintjes lijkt het alsof we in ons eentje een fles wiskey hebben gekuist en een kater in deze hitte is a living hell. Bovendien krijg je vanzelf al instant hoofdpijn bij het bekijken van de Adelaide partypeople. Fluo is hier helemaal hot. Meteen begrijp ik waarom Adelaide op nummerplaten omschreven wordt als ‘The Festival State”. Remember Love Parade anno 1995?

Denk aan het handvol goafreaks die op gemiddelde technofeesten om acht uur ‘s morgens wild springend met een flesje spa in hun hand de rest van het overschot manisch aanmaant om naar een afterclub te gaan. Multiply by a thousand en je hebt een exacte beschrijving van de lokale partyscene. Helemaal hip zijn pluchen beenverwarmers. Minstens één op drie meisjes (ver)draagt die dingen aan hun benen waardoor ik hen verdenk immuum te zijn voor de verzengende hitte. Respect.

Opvallend is dat geen enkele Aussie een bruin kleurtje heeft. Wanneer bij ons de eerste zonnestralen flauwtjes door de wolken priemen, halen babes collectief bikini’s boven en begint de strijd voor de mooiste teint. Hier lachen ze je vierkant uit. “Ever heard of skin cancer?”

Na het optreden zijn een deel van CJ’s spullen verdwenen van podium. Technische details zullen we besparen, maar zonder die spullen kan hij geen livesets meer doen en er staan er nog twee op het programma deze maand. Plus: we hebben geen Belgische adaptor meer en kunnen niet meer bellen. We hopen dat iemand nog iets terugvindt, maar vrezen ervoor.

Thursday, December 7, 2006

Hillbilly Town

Onderweg naar Adelaide. Ik heb net voor de eerste keer een kangeroe gezien, jammer genoeg lag hij dood langs de weg. Sorry zusje.... Morgen speelt CJ live op een festival dus we zijn deze ochtend vertrokken. Om de een of andere bizarre reden worden we hier elke dag om zes uur wakker – iets wat me in België met de beste wil van de wereld nog nooit is overkomen. Onze dagen beginnen hier vroeg.

Het landschap is uitgestrekt en verdord. Nergens niets te zien in de wijde omtrek. Op de occasionele MacDonalds na lijkt het hier uitgestorven. Pas na 200 kilometer komen we het eerste Hilbillydorpje tegen. Tankstations worden uitgebaat door tienjarigen en tumbleweed is het meest opwindende wat je hier in de straten ziet passeren. Drie huizen en een gift shop en we bevinden ons weer in de woestijn.

De Aussies zijn wel grappig met hun overdreven waarschuwingen. Zo staat er in de achteruitkijkspiegel “Objects in mirror are closer than they appear” of langs de kant van de weg “Yawning? Take powernap!” of “Don’t sleep and drive.”. Om de paar uur pinkt een koffiekop in je dashboard om aan te geven dat het tijd is om te stoppen. Niemand rijdt hier ooit te snel. Verder voel ik me hier wel thuis, want niemand kan hier rijden. Misschien door de onhandige lefthanddrive.

Ik moet nog een artikel en een dossier voor unief afmaken en heb er echt geen zin in. Heerlijk om ‘s ochtends wakker te worden zonder verplichtingen. Zonder deadlines of stress of onverwachte telefoontjes. Alleen al daarvoor zou je naar de andere kant van de wereld gaan.

Tuesday, December 5, 2006

Sushi en schoenen



Eerste dag in Australië en geen spoor van jetlag. Kwestie van het verlof goed in te zetten zijn we meteen gaan sushiontbijten. Eline: geloof me, het kost hier echt maar zoveel als een pak frieten. En je hebt hier meer sushibars per vierkante meter dan fritkoten in heel ‘t Stad. Dus we blijven hier wonen, haha.

Hotel is sjiek, naar Bollandnorm ;-) maar kan niet zeggen dat ik het er moeilijk mee heb. Zicht op wolkenkrabbers, met een strookje zee ertussen. Mensen zijn supervriendelijk, het ruikt hier overal lekker, de zon schijnt en zelf ik vind het zowaar fijn om hier te winkelen. De shopping mall doet Wijnegem verbleken tot een ordinaire garageverkoop. Alles is hier roltrap en instructies krijg je van een touchscreen: ze zijn hier duidelijk een stapje voor. Kers op de taart: alles is een pak goedkoper. Check mijn rode schoentjes!

Als je zegt dat je uit België komt, krijg je hier standaard de vraag: “Where in Germany is that?”. Zonder op de details in te gaan, leg je uit dat België toch al bijna twee eeuwen onafhankelijk is. Na een half uur vragen ze opnieuw: “Do they have the same stuff in Germany?” Tuurlijk, zeg je.

Saturday, December 2, 2006

Onderweg


De Vlucht…
Je kan je maar voorstellen hoe groot onze planeet is als je naar de andere kant vliegt. Tweeënzeventig uur onderweg, waarvan vierentwintig in de lucht. Behoorlijk vermoeiend. Toch had ik zowat het aereal equivalent van de lotto winnen zonder zelfs een acute aanval van het Restless Leg Syndrome te veinzen - ik had op beide vluchten een zitje aan het raam én als enige op het hele vliegtuig niemand naast mij. Bovendien zat ik op een behoorlijke classy airline (Emirates) en ik kon uit maar liefst 300 films kiezen op mijn ingebouwd privé-scherm! Ik kreeg de hele tijd vochtige doekjes en kadootjes (Ooglapjes! Opvouwbare tandenborstel en minitandpasta! Stickers met arabische teksten!) en kon ongegeneerd kiezen voor films die in de videotheek op een njet kunnen rekenen van het mannelijke front: The Devil Wears Prada en Pretty Woman! Maar het is toch ‘An Inconvenient Truth’ die een indruk heeft nagelaten. Terwijl ik boven wit wolkendek de mooiste zonsopgang zag in mijn leven, hoorde ik van Al Gore dat het echt niet goed gaat met de wereld. Makes you think.

De Tussenstop…
DubaiAirport ziet er in tegenstelling tot alle verwachtingen helemaal niet sjiek uit – eerder vervallen en vol Arabieren. Denk Sint-Jansplein. Overal liggen mensen te slapen op de grond en het ruikt er naar olie. Mijn blote benen konden op voldoende afkeuring rekenen van de wandelende tafellakens en ongeschoren mannen deinzen er niet voor terug om ostentatief in het kruis te krabben. Echt waar, zeven keer op een uur: we mogen spreken van een nationale sport. Blij dat ik hier niet lang hoef te blijven.

De Aankomst…

Na anderhalf uur aanschuiven aan customs mag ik het land in. Ze menen het hier wel met het overleven van kangeroes en koalas. Het is 39 graden met een koele bries, lovely. Alleen de vliegen zijn abnormaal agressief – aiming straight for the eyes. Er is hier zo’n tekort aan water dat mensen hun auto niet meer mogen wassen en alle fonteins staan droog. Overal waar bordjes rivieren aangeven, zie je niets meer dan een droge bedding. Australië heeft een enorm droogteprobleem, zo zullen we gauw merken.