De laatste dag in Australië. Ik heb werkelijk geen zin om terug naar huis te gaan en een appartement te zoeken, mijn ingedommelde carrière nieuw leven in te blazen, terug te keren naar het grijze en slechte weer. Gelukkig zijn er familie en vrienden om de pijn te verzachten. Ik kijk waanzinnig op tegen de lange vlucht.
CJ en ik rijden langs de Seven Mile Beach en wandelen over het strand. Zoals gewoonlijk is er niemand in de wijde omgeving - heerlijk. Tasmanië was werkelijk de kers op de taart en ik heb moeite om afscheid te nemen van dit mooie stukje natuur. We vliegen terug naar Melbourne. Op dit ogenblik woeden de ergste branden ooit (gisteren is de stroom in de stad uitgevallen omdat er kabels gesmolten waren, grote End of the World chaos overal) maar wanneer wij aankomen regent het opnieuw. Ze zouden ons moeten betalen om hier te blijven. 's Avonds trakteren we Richie en Lauren op een dineetje. Ze nemen ons mee naar Lazy Moe's en de plaats is exact zoals je je voorstelt. Een typische Aussie diner met schotels in reusachtige proporties. Lauren is zwanger dus er is nog een extra reden om te vieren.
Op de luchthaven nemen we afscheid. CJ heeft nog twee boekings bijgekregen en blijft nog enkele weken. Het was werkelijk een fantastische reis. Ik dacht vroeger dat er in Australië nooit iets gebeurde omdat we er nooit over horen in ons journaal. Nu weet ik beter. Australië is het best bewaarde geheim van onze planeet. De mensen zijn sympathiek en het landschap uitgestrekt en prachtig. Moest het wat dichterbij liggen, ging ik volgende week al terug.
Friday, January 19, 2007
Achtste wereldnatuurwonder
Volgens de brochure is de Wineglass Bay het achtste wereldnatuurwonder en iedereen weet dat in toeristische brochures altijd de waarheid staat. We hebben al weiden, bergen, regenwoud, watervallen en meren gezien maar de Tasmaanse stranden hebben we nog niet ontdekt. We rijden naar het Freycinet Park waar dit mooiste strand van de wereld zich bevindt. Ondertussen hebben we bijna 700 kilometer afgelegd.
Ik besluit onderweg in een klein dorpje een kadootje voor het thuisfront mee te nemen. Ik ga op zoek naar Tasmaanse producten maar vind in de kruidenier-annex-postkantoor-annex-giftshop-annex-bakker vooral producten van het merk 'Plaisir d'Anvers'. Ongelofelijk: ze verkopen hier Belgische chocolade. Blijkbaar had een van de criminelen (Tasmania was een geliefde dumpingplaats voor Eurotrash in een ver verleden) het recept van zijn moeder meegenomen en tot vandaag wordt er dus Belgische chocolade verkocht aan de andere kant van de wereld- in the middle of nowhere wel te verstaan. Ik kan moeilijk met Antwerpe chocolade thuiskomen, dus ik koop honingmosterd. Wie kan nu aan zo'n mysterieuze combinatie weerstaan?
We rijden verder en komen aan in het park. Het is weer bewolkt (gelukkig, want ondertussen zijn we de brandende zon een beetje beu) maar bord waarschuwt ons voor UV10. In België zou er een nationale ramp aangekondigd worden, maar hier geldt dat als normaal. We moeten een berg op en de dame aan de balie waarschuwt ons om goede schoenen aan te doen. De beklimming is erg steil. Daar staan we, de sportieve Belgen op hun Allstars en gymsloffen. We besluiten het erop te wagen: Charles Darwin had vast ook geen bergbottinnen aan toen hij Tasmania bezocht.
Onderweg besluiten we allebei ons in te schrijven in de sportschool want we worden ingehaald door flukse bomma's. Het uitzicht maakt de inspanning meer dan goed. We kijken uit over het prachtige witte strand, de zee kleurt alle tinten blauw. Naast het strand staan er dichte boomrijen, die even later worden onderbroken door een auquamarijnblauwe lagune. Even verder ligt de Oyster Bay, die heldergroen kleurt. We klimmen op een rots en genieten van het uitzicht. Ik kijk achter de rotsen en ontdek een schattige wallaby (mini-kangeroe) die op zoek is naar toeristenvoedsel. Op terugweg stoppen we aan de Honeymoon Bay en deze plek is werkelijk even romantisch als 'ie klinkt. Het is hier echt wonderschoon.
Aangezien Tasmania omgeven wordt door water, moet het seafood wel overheerlijk zijn. 's Avonds proberen we een dure seafood platter uit in een vissersrestaurantje in de haven van Hobart. Een perfecte afsluiter.
Ik besluit onderweg in een klein dorpje een kadootje voor het thuisfront mee te nemen. Ik ga op zoek naar Tasmaanse producten maar vind in de kruidenier-annex-postkantoor-annex-giftshop-annex-bakker vooral producten van het merk 'Plaisir d'Anvers'. Ongelofelijk: ze verkopen hier Belgische chocolade. Blijkbaar had een van de criminelen (Tasmania was een geliefde dumpingplaats voor Eurotrash in een ver verleden) het recept van zijn moeder meegenomen en tot vandaag wordt er dus Belgische chocolade verkocht aan de andere kant van de wereld- in the middle of nowhere wel te verstaan. Ik kan moeilijk met Antwerpe chocolade thuiskomen, dus ik koop honingmosterd. Wie kan nu aan zo'n mysterieuze combinatie weerstaan?
We rijden verder en komen aan in het park. Het is weer bewolkt (gelukkig, want ondertussen zijn we de brandende zon een beetje beu) maar bord waarschuwt ons voor UV10. In België zou er een nationale ramp aangekondigd worden, maar hier geldt dat als normaal. We moeten een berg op en de dame aan de balie waarschuwt ons om goede schoenen aan te doen. De beklimming is erg steil. Daar staan we, de sportieve Belgen op hun Allstars en gymsloffen. We besluiten het erop te wagen: Charles Darwin had vast ook geen bergbottinnen aan toen hij Tasmania bezocht.
Onderweg besluiten we allebei ons in te schrijven in de sportschool want we worden ingehaald door flukse bomma's. Het uitzicht maakt de inspanning meer dan goed. We kijken uit over het prachtige witte strand, de zee kleurt alle tinten blauw. Naast het strand staan er dichte boomrijen, die even later worden onderbroken door een auquamarijnblauwe lagune. Even verder ligt de Oyster Bay, die heldergroen kleurt. We klimmen op een rots en genieten van het uitzicht. Ik kijk achter de rotsen en ontdek een schattige wallaby (mini-kangeroe) die op zoek is naar toeristenvoedsel. Op terugweg stoppen we aan de Honeymoon Bay en deze plek is werkelijk even romantisch als 'ie klinkt. Het is hier echt wonderschoon.
Aangezien Tasmania omgeven wordt door water, moet het seafood wel overheerlijk zijn. 's Avonds proberen we een dure seafood platter uit in een vissersrestaurantje in de haven van Hobart. Een perfecte afsluiter.
Monday, January 15, 2007
Watervallen
Dag twee bezoeken we het Mount Field National Park. We betalen inkom (het kost 20 dollar om per dag om de parken te bezoeken) en krijgen een flyer waar alle wandelingen in beschreven staan. We zijn gekomen voor de Russel Falls en Horseshoe Watervallen en na een korte wandeling vinden we deze prachtplekjes. Gisteren bevonden we ons in Semi-Zwitserland, vandaag lopen we door het regenwoud. Je vindt hier echt alle soorten vegetatie op enkele honderden vierkante kilometers. De lucht ruikt heerlijk zuiver - zulke lucht heb ik nog nooit ingeademd. Het ruikt ook superfijn hier, net als de roze bloemetjes op de top van Mount Wellington. Jammer dat je geen 'upload scent' functie hebt zodat jullie er ook van kunnen genieten.
We rijden verder naar het hart van het park langs allerlei gevaarlijke slalomweggetjes. Hoe voorzichtig en patroniserend ze in het mainland zijn, hoe relaxed ze hier met het verkeer omgaan. Geen enkele weg is veilig afgemaakt, en een paaltje hier en daar moet duidelijk maken dat er een afgrond gaapt. Het is de eerste keer in zijn leven dat CJ de snelheidslimiet met geen mogelijkheid kan benaderen. We rijden 60 waar je 100 kan, maar wie in deze haarspelbochten die snelheid haalt is zijn leven beu.
We komen aan bij Lake Dobson en besluiten een wandeling te maken. Zonder 4WD raken we toch niet verder. Ik wil rond het meer, maar CJ hoort zoals altijd de lokroep van de top. Het landschap ziet er weer anders uit, eucalyptusbomen wisselen af met palmen in alle kleuren en vormen. In de winter wordt er hier geskiëd en de hellingen zijn erg steil. We raken niet op de top en keren na enkele uurtjes uitgeput terug naar de auto. Ik zie voor de eerste keer in mijn leven een arend rondcirkelen.
Omdat we al genoeg calorieën verbrand hebben, eten we fish@chips op de Salamanca Market in het historische hart van Hobart. In het internetcafé zoeken we een goedkoop hotelletje en we boeken meteen voor de komende nachten. Het hotel ziet er nogal Oostblok uit, maar de kamers zijn super. We ploffen neer in een reusachtig kingsize bed en vallen weer vroeg in slaap.
We rijden verder naar het hart van het park langs allerlei gevaarlijke slalomweggetjes. Hoe voorzichtig en patroniserend ze in het mainland zijn, hoe relaxed ze hier met het verkeer omgaan. Geen enkele weg is veilig afgemaakt, en een paaltje hier en daar moet duidelijk maken dat er een afgrond gaapt. Het is de eerste keer in zijn leven dat CJ de snelheidslimiet met geen mogelijkheid kan benaderen. We rijden 60 waar je 100 kan, maar wie in deze haarspelbochten die snelheid haalt is zijn leven beu.
We komen aan bij Lake Dobson en besluiten een wandeling te maken. Zonder 4WD raken we toch niet verder. Ik wil rond het meer, maar CJ hoort zoals altijd de lokroep van de top. Het landschap ziet er weer anders uit, eucalyptusbomen wisselen af met palmen in alle kleuren en vormen. In de winter wordt er hier geskiëd en de hellingen zijn erg steil. We raken niet op de top en keren na enkele uurtjes uitgeput terug naar de auto. Ik zie voor de eerste keer in mijn leven een arend rondcirkelen.
Omdat we al genoeg calorieën verbrand hebben, eten we fish@chips op de Salamanca Market in het historische hart van Hobart. In het internetcafé zoeken we een goedkoop hotelletje en we boeken meteen voor de komende nachten. Het hotel ziet er nogal Oostblok uit, maar de kamers zijn super. We ploffen neer in een reusachtig kingsize bed en vallen weer vroeg in slaap.
Sunday, January 14, 2007
Tasmania
We vertrekken voor enkele dagen naar Tasmania. Dit eilandje onderaan is zowat het achtergestelde stiefzusje van Australia. Tasmania telt maar 484.000 inwoners op 70.000 km2 maar vormt een staat op zichzelf. Niemand van onze kennissen in Melbourne is er ooit geweest en het eiland krijgt het inteelt-etiket mee. We vertrekken dus zonder al teveel verwachtingen - het is te warm om naar Ayers Rock te vliegen en ons vliegkrediet moet op.
Algauw blijkt dat Tasmania alle verwachtingen overstijgt. We huren een auto en ik rits een stapel folders mee op de luchthaven. Tasmania telt tientallen nationale parken en we kiezen er enkele uit die we in deze korte tijd gaan bezoeken. Onder CJ's motto 'hoe hoger hoe beter' kiezen we voor een Tree Top Walk in het Tahune Park. Via een ijzeren gevaarte in de lucht wandelen we tientallen meters boven de rivier op de hoogte van de boomtoppen. Het ding zwiept vervaarlijk en we worden zeeziek. Het uitziet maakt gelukkig veel goed. Het landschap doet denken aan Zwitserland: veel groen, grote meren en (weliswaar kleine) bergen.
Eigenlijk zijn we echte autotoeristen: we doen niets liever dan de hele dag rondrijden en kijken naar het wisseldende landschap. Mount Wellington is de meest bekende berg op het eiland en gelukkig voor ons kan je met de auto helemaal naar boven. Het zicht is fenomenaal - jammer genoeg kan je dit niet op foto vastleggen. Om zeven uur rijden we terug naar Hobart City, we checken in in een hotelletje, bestellen room service en vallen onmiddellijk in slaap.
Friday, January 12, 2007
Point Break
Australië is surfland bij uitstek. We rijden uit Melbourne en gaan op zoek naar strand. Het is heet vandaag en we komen liever niet uit onze airconditioned car. Melbourne ligt aan een baai maar vandaag willen we naar de oceaan. We rijden naar Port Philip en nemen de overzetboot naar de Great Ocean Road (de naam alleen al). Het water ziet er vreemd uit: aan de ene kant zie je een kalme baai met bootjes en jetski's en aan de andere kant kabbelen de golven van de oceaan. We rijden verder naar Bells Beach, het bekenste surfersstrand van Aussie. De film Point Break (over surfers die banken overvallen om niet te hoeven werken) speelt zich hier af. Op het vliegtuig terug vertelt een Aussie me dat de film in California is opgenomen, maar dat willen we even door de vingers zien. Het lijkt alsof we de eersten zijn die zonder surfplank dit strand betreden. Vanop de rotskust kijken we naar de surfers die halsbrekende toeren uithalen. De zee is helder en de golven groot. Ik ben nooit een grote fan geweest van de Belgische kust, en sinds Australië weet ik helemaal niet wat mensen er zoeken. Ik weet zelfs niet of we die zandstrook aan de Noordzee wel als strand mogen catalogeren. Kijk en oordeel zelf...
Tuesday, January 9, 2007
Possum alarm!
Wat is douchen heerlijk. Na vier dagen jungle vinden we stromend kraantjeswater de beste uitvinding sinds kampvuur. Toch is ons natuuravontuur nog niet helemaal voorbij. Wanneer CJ en ik naar een film kijken, horen we Ramses rechtspringen. "Wat the f*** is dat?" Blijkbaar is er een possum in huis binnengedrongen. Het wilde dier lijkt op een marmot met een lange staart en zit in het midden van de kamer. We proberen het schattige diertje buiten te zetten, maar het is doodsbang en vlucht weg. Wanneer het na vier uur nog niet gelukt is, besluiten we het maar te domesticeren. Ondertussen ligt het ergens te slapen in de badkamer.
Geïnspireerd door het spaghettisucces, besluit ik de rest van de reis te koken. De zon en de natuuruitstap hebben goed gedaan, en ik heb zin in verse groenten. Vreemd genoeg blijkt het koken nog redelijk te gaan en misschien blijf ik dit in België wel volhouden. Is dit de doorbraak?
CJ heeft het behoorlijk te pakken en blijft de hele dag op de zetel. Hij ziet het niet zitten om naar Ayers Rock te gaan omdat de weersvoorspelling geen enkele dag onder 40° zakt. Uiteindelijk kiezen we er samen voor om naar Tasmanië te gaan voor enkele dagen. Zondag vertrekken we.
Geïnspireerd door het spaghettisucces, besluit ik de rest van de reis te koken. De zon en de natuuruitstap hebben goed gedaan, en ik heb zin in verse groenten. Vreemd genoeg blijkt het koken nog redelijk te gaan en misschien blijf ik dit in België wel volhouden. Is dit de doorbraak?
CJ heeft het behoorlijk te pakken en blijft de hele dag op de zetel. Hij ziet het niet zitten om naar Ayers Rock te gaan omdat de weersvoorspelling geen enkele dag onder 40° zakt. Uiteindelijk kiezen we er samen voor om naar Tasmanië te gaan voor enkele dagen. Zondag vertrekken we.
Saturday, January 6, 2007
Naar huis :-(
Tot ieders opluchting koelt het af en is het bijna de hele dag bewolkt. De weinige keren dat de zon door de wolken priemt, voelen we de brandende hitte op onze huid. Er wordt gewakeboard, gejetskiëd, Uno gespeeld, gevist, gelezen en gebabbeld. Verder valt er weinig te beleven en dat is heerlijk. Jetskiën is super! Tegen 130 km/u over het wateroppervlak scheren: net als in de film.
's Avonds maken we een superdeluxe spaghetti Bolognaise (Bollandaise, volgens CJ) voor onze kampeergenoten. Op een gammel vuurtje, terwijl de pasta kookt boven het zelfgestookte kampvuur. We zijn zelf verbaasd dat het lekker is. Zoals kampvuren dat altijd uitlokken, begint men plots links en rechts liedjes te zingen. Ik heb nog nooit zo'n mooie, felle sterrenhemel gezien. We zetten onze stoelen op een rijtje en speuren de hemel af op zoek naar shooting stars.
Jammer genoeg heeft CJ een verkoudheid opgedaan. Gisterennacht zijn we in een restaurantje in de buurt gaan eten en het was donker en behoorlijk koud toen we terugvaarden. Bovendien regende het, iets wat in Yarrawonga al vijf jaar niet meer gebeurd is. Overal waar we komen, nemen we de regen mee en de Aussies kunnen hun geluk niet op. Belgische invloed: ze zouden ons hiervoor moeten betalen. We besluiten de dag nadien te vertrekken. Tegen mijn zin, want het bevalt me hier prima.
Subscribe to:
Posts (Atom)